zondag 1 juni 2008

Vanuit de trein

Elke week als ik op zondag naar mijn Belgische adres reis valt het me op hoe internationaal België is. Ik beeld me in dat ik het goed kan vergelijken. Door het jaar heen reis ik namelijk naar de hoofdstad van Nederland, en deze drie maanden reis ik regelmatig naar België's, wat zeg ik, Europa's hoofdstad. Wat een verschil. In de trein naar Amsterdam hoor je doorgaans twee talen, Nederlands en boerenkool-Engels. Hier worden alleen al alle stations in vier talen omgeroepen. En daarnaast zie je in België een etnische mengelmoes van allerlei achtergronden op pad.

Die internationale inslag is niet altijd een genoegen. Vlak voor Brussel-Noord zie je zo'n straat die me het schaamrood op de kaken jaagt namens de mannelijke soort. Honderden meters lang alleen maar etalages waarin schaars geklede dames omzoomd door rode tl-buizen de mannelijke clièntele proberen te lokken. Overduidelijk komt een groot deel van de dames en van de klanten niet uit Brussel-Noord. Misschien ben ik te veel een provinciaal, maar verheffend kan ik dit niet vinden.

Zo'n treinreis van drieëneenhalf uur doet me beseffen hoe graag ik me mag ergeren. Ik vermoed dat iedereen die deze berichten uit België leest inmiddels op de hoogte is van mijn aversie jegens winkeldeuren die midden in de winter open staan. Een ander haatobject is de populariteit van het vliegen. Ik vind vliegen een asociale activiteit. Met betrekkelijk weinig mensen in een koekblik over de oceaan omdat je zo nodig op vakantie wilt in Cuba. Eén van de buttons die ik jaren wil laten maken is "Met het vliegtuig op vakantie is milieucriminaliteit". Wat is er mis met Texel? vraag ik steevast aan iemand die me glunderend vertelt dat-ie een reis naar Honolulu geboekt heeft. Met de jaren ben ik steeds extremer geworden hierover. Tegenwoordig ben je dan conservatief. Dat beschouw ik dan maar als geuzenterm.

Door de Nederlandse vliegtax reizen steeds meer mensen naar Buitenlandse Vliegvelden, zo las ik vorige week. Een deel daarvan vind je in de trein naar Brussel: Aan de zware koffers zie je dat ze op weg zijn naar een vliegveld. Zaventem (pardon: Brussels Airport) of Charleroi, waarschijnlijk. En dat om 20 euro uit te sparen. Het is kinderachtig, maar ik help ze niet als ze problemen hebben met overstappen.

Nog zo'n ergernis. Als je uit de trein kijkt zie je vanaf Den Bosch tot aan Brussel-Noord een langgerekt lint van afschuwelijke, uitgestrekte industriële crisisbouw. Fantasieloos en ruimtevretend. Waarom bouwen ze die dingen niet onder in plaats van naast elkaar? In het meest extreme geval gaat zo'n gestapeld gebouw zo'n 30 meter de diepte in. Dat is niks vergeleken met de voormalige Staatsmijnen of de Borinage. Als je zo'n verzameling uitgestrekte blokken ziet liggen, vraag je je af of er nog één bouwer is die het gevoel heeft dat hij voor de eeuwigheid of althans voor de eerstkomende eeuw bouwt. Het gebrek aan ambitie van deze industriële designers is stuitend.

Toen ik Ottignies uitstapte, vroeg ik me af of je dergelijke negatieve ergernissen nog om kunt zetten in iets positiefs. Misschien moet ik me aansluiten bij een politiek beweging. Vanavond bezocht ik achtereenvolgens de website van Barack Obama (www.barackobama.com) en die van de PvdA (www.pvda.nl). Op allebei vind je tientallen standpunten over even zovele onderwerpen en na lezing ervan voel ik me opnieuw, nog steeds en al tientallen jaren lang, net als Menno ter Braak, politicus zonder partij.