dinsdag 15 april 2008

Tout droit!

Eddy heeft stevige kuitspieren. Duidelijk een afgetraind type. Vandaag 'on fait relax'. De reden: Eddy heeft net de marathon van Parijs gelopen en hij heeft pijnlijke benen.

Op dinsdag en donderdag loopt een groepje medewerkers van de universiteit tussen de middag hard. Ongeveer 50 minuten. Liesbeth, bij wie ik mijn sabbatical doorbreng, heeft me geïntroduceerd en nu doe ik ook mee. Donderdag is rustig lopen in de bossen rondom de campus (een 'groene' training, je hartslag mag niet buiten de groene zône komen), dinsdag is intervaltraining (oranje en soms zelfs rood). Maar vandaag, een dinsdag, is een groene training, vanwege de marathon van Eddy.

Eddy vraagt me om mijn naam te spellen, en hij oefent hem een paar keer. Duidelijk iemand die zijn mensen wil kennen.

Mannenkleedkamers zijn overal hetzelfde. Flauwe grappen, veel en hard lachen. Ik versta de helft niet van de grappen. Wie weet aan het einde van mijn verblijf wel. Al weet ik niet zeker of ik die grappen wel WIL verstaan.

De medewerkers hebben er een hekel aan als ze dwars over de campus moeten lopen naar de bossen. Ze willen niet dat de studenten hen in die belachelijke kleding zien. En dus voert Eddy ons dwars over de campus.

Bruno is er voor het eerst weer bij sinds twee maanden. Hij heeft net zijn proefschrift af. Hij gedraagt zich als een jonge hond, die voor het eerst sinds lang weer buiten komt. Extra rondjes maken, met zijn armen zwaaien, huppelen. Misschien is het ook wel omdat het voor het eerst lente is vandaag.

Af en toe brult Eddy de richting. "Ici on va à droite", "à gauche", "tout droit". Bij voorkeur roept hij het net als de voorsten al een andere kant op gegaan zijn. Die komen dan maar weer teruglopen. Geleidelijk aan worden de koplopers slimmer. Op elke kruising rennen ze een rondje om te wachten tot Eddy roept: "Tout droit".

Dat we in het buitenland zijn merk ik vooral aan de hoogteverschillen. Hier heb je echte heuvels en dat voel je in je kuiten. Mijn hardlooptochtjes thuis zullen me over een tijdje wel heel erg makkelijk gaan vallen.

Na 50 minuten zijn we weer terug bij het Complexe Sportif de Blocry, het grootste sportcomplex van de Benelux. Voor mijn gevoel hebben we op een sukkeldrafje gelopen. Toch blijken we bijna 8 km afgelegd te hebben. Een normale afstand, aldus Liesbeth. Ze raadt me aan een cardiometer te kopen ("Dat is eigenlijk verplicht bij deze training"). Ik neem me voor dat dit weekend te regelen. Dan kan ik zelf in de gaten houden of ik groen, oranje of rood loop.

De sfeer is gemoedelijk. Leuke mensen. In eerste instantie kijken ze wat afwachtend naar die vreemde snuiter uit Amsterdam, maar al snel, vooral als ze merken dat ik wat Frans praat, babbelen ze volop. Dit gaat een prettige onderbreking van de werkdag worden. Recht zo die gaat, maatje!